Walter Scott: Verskil tussen weergawes
Content deleted Content added
Jcwf (besprekings | bydraes) No edit summary |
Jcwf (besprekings | bydraes) No edit summary |
||
Lyn 12:
== Werke ==
Scott se eerste literêre aktiviteite was vertalings uit die [[Duits]], onder andere [[Götz von Berlichingen]] van [[Johann Wolfgang von Goethe|Goethe]] (1799). Sy eerste sukses het hy gehad met poëtiese werk, soos sy driedelige ''The Minstrelsy of the Scottish Border'' (1802-1803) -
<!-- Deze roem steeg tot grote hoogten met het verschijnen van een lange reeks [[historische roman]]s, die in twee categorieën verdeeld kunnen worden: op de eerste plaats de romans die zich bezighouden met de Schotse geschiedenis, door Scott ''Tales of my Landlord'' genaamd; hieronder vallen onder andere ''The Heart of Midlothian'' (1818, het verhaal van de valselijk van kindermoord beschuldigde Effie Deans tegen de achtergrond van de [[Porteous-oproer]] van 1736), en ''The Bride of Lammermoor'' (1819, het tragische liefdesverhaal van Lucy Ashton en de vijand van haar familie Edgar Ravenswood). Op de tweede plaats schreef hij een groot aantal romans die ontleend zijn aan de [[Engeland|Engelse]] en continentale geschiedenis, de ''Waverley''-romans genaamd, waarvan ''[[Ivanhoe (roman)|Ivanhoe]]'' (1820), ''Kenilworth'' (1821, over [[Amy Robsart]]) en ''Quentin Durward'' (1823) het meest bekend zijn.▼
▲
<!--
In 1826 kreeg Scott te maken met een grote financiële schuld, ontstaan na het bankroet van de uitgeverij Ballantyne, waarvoor hij mede aansprakelijk was. Dit leidde tot een steeds snellere productie, waar de kwaliteit zijn latere romans nadrukkelijk onder te lijden had. Er wordt wel gezegd dat zijn grote literaire productie aan het einde van zijn leven zijn dood mede heeft bespoedigd. Na zijn dood konden zijn erfgenamen evenwel zijn schuld volledig delgen met de verkoop van zijn auteursrechten.
-->
|