Hendrik Adriaan van Reede tot Drakestein: Verskil tussen weergawes

Content deleted Content added
Jcwf (besprekings | bydraes)
No edit summary
Jcwf (besprekings | bydraes)
No edit summary
Lyn 3:
 
'''Hendrik Adriaan van Reede tot Drakestein''' (Amsterdam, 13 April, [[1636]] <ref> Doopbewys Stadsargief [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/doopregisters/zoek/search.nl.pl?v1=&b1=&a1=Red*&r1=0&v2=&b2=&a2=&r2=0&d1=10&m1=4&y1=1636&d2=15&m2=4&y2=1636&rs=0&x=56&y=8]</ref> - [[15 Desember]] [[1691]]), sedert 1680 heer van [[Mijdrecht]], was 'n krygsman en administratiewe amptenaar van die [[VOC]]. As kommandeur van die Malabar het hy hom ook met [[plantkunde]] besig gehou. Hy het 'n boek uitgegee, waarin 740 plante beskryf word en hiervoor het hy talle mense in diens geneem. Dié werk het is vier tale verskyn: [[Latyn]], [[Arabies]], [[Sanskrit]] en [[Malayalam]]. In 1684 kry hy die opdrag om die korrupsie en die morshandel in VOC-faktorye in Indië aan te vat. Hy besoek die [[Kaapkolonie]], die [[Koromandelkus]] en [[Bengale]]. In 1691 is hy op pad van [[Kochi (India)|Cochin]] na [[Suratte]] dood en word hy daar met groot vertoon begrawe.
<!--
 
Van Rheede stamdestam uit hetdie adellijkadellike [[Utrechtgeslag (stad)|Utrecht]]s''Van geslachtReede'' [[Vanvan Reede]]Utrecht. HijHy was dedie zoonseun van [[Ernst van Reede (1588 - 1640)|Ernst, van Reede]],wat sindssedert 1633 raad van [[die Admiraliteit van Amsterdam]] diewas en in 1634 eennaby hofstedeLage bijVuursche [[Lage'n Vuursche]]''hofstede'' kocht(plaas) gekoop het. <ref>http://www.inghist.nl/retroboeken/nnbw/#source=3&page=512 </ref> ZijnSy moederma, Elisabeth van Utenhove, afkomstig uit Ostende, stierfis in 1637 dood. OverHy zijnword jeugddeur is niet veel bekend, maar hij werd opgevoed door zijnsy oom [[Godard van Reede (1588-1648)|Godard van Reede]], heer van Nederhorst opgevoed. ZijnSy broer Gerard lietlaat in 1640 dedie hofstedeplaashuis verbouwenverbouw, nuwat nou [[Kasteel Drakestein]]. Inis, 1657wat kwamlank hijdie alstuiste [[adelborst]]van inkoningin dienstBeatrix vanis. deIn [[Vereenigde1657 Oost-Indischekom Compagnie|VOC]]hy, samensaam met [[Isaac de l'Ostal de Saint-Martin]] en [[Johan Bax van Herenthals, as ''adelborst'' in diens van die [[VOC]].
==Biografie==
Van Rheede stamde uit het adellijk [[Utrecht (stad)|Utrecht]]s geslacht [[Van Reede]]. Hij was de zoon van [[Ernst van Reede (1588 - 1640)|Ernst van Reede]], sinds 1633 raad van [[Admiraliteit van Amsterdam]] die in 1634 een hofstede bij [[Lage Vuursche]] kocht.<ref>http://www.inghist.nl/retroboeken/nnbw/#source=3&page=512 </ref> Zijn moeder, Elisabeth van Utenhove, afkomstig uit Ostende, stierf in 1637. Over zijn jeugd is niet veel bekend, maar hij werd opgevoed door zijn oom [[Godard van Reede (1588-1648)|Godard van Reede]], heer van Nederhorst. Zijn broer Gerard liet in 1640 de hofstede verbouwen, nu [[Kasteel Drakestein]]. In 1657 kwam hij als [[adelborst]] in dienst van de [[Vereenigde Oost-Indische Compagnie|VOC]], samen met [[Isaac de l'Ostal de Saint-Martin]] en [[Johan Bax van Herenthals]].
 
===IndiaIndië===
In 1662 deedprobeer [[Rijcklof van Goens]] eenopnuut nieuweom poging [[Kochi (India)|Kochi]], hetdie centrumsentrum van dedie handel in [[specerijenhandelspesery]],e te veroverenverower: Hendrik van Rheede werdword gevangengenomengevangegeneen, <ref>Pol, B. van der (2008) Mallabaarse Brieven. DeDie brievenbriewe van dedie Friese predikant Jacobus Canter Visscher (1717-1723), p. 34-35. </ref>, maar onderhieldhy goedeonderhou betrekkingengoeie betrekkinge met hetCochin vorstenhuisse in Cochinvorstehuis.
<!--
In 1665 kreeg hij een aanstelling in [[Jaffna (stad)|Jaffna]] en liet [[Johan Nieuhof]] opsluiten die betrapt werd op de smokkel van parels. In 1670 werd hij commandeur van [[Malabar (India)|Malabar]] (westkust van India). In 1672 kreeg hij te maken met [[François Caron]], het voormalig VOC-[[Opperhoofd in Japan]], nu in dienst van de [[Franse Oostindische Compagnie]].
 
In [[Kochi (India)|Cochin]] hield hij zich bezig met [[vestingbouw]] en het kweken van tropische gewassen. Op zijn geldverslindende bouwprojecten kreeg hij veel kritiek. In maart 1677 werd hij benoemd tot extraordinair [[raad van Indië]] in [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]], maar kreeg opnieuw ruzie met [[Rijcklof van Goens]], de gedoodverfde opvolger van [[Joan Maetsuycker]]. In 1678 was hij terug in Nederland, evenals [[Constantin Ranst]] en [[Joan van Oosterwijck]]. Hij vestigde zich in Utrecht en bereidde zijn publicatie over de flora van Malabar voor. In 1684 werd hij door de bewindhebbers van de VOC benoemd tot commissaris-generaal, met de opdracht een einde te maken aan de corruptie van VOC-dienaren (morshandel) en ''de kantoren in Bengalen, op de kust van Choromandel, op Ceylon, Malabar, Soeratte en aan de Kaap to visiteeren, alle frauden, mesusen, malversatiën to ontdekken, zoodanige redressen te beramen en in te voeren als noodig zouden zijn, niet alleen de schuldigen, maar de verdachte ambtenaren te ontslaan en met hunne stukken en informatiën naar Nederland op te zenden.''<ref>http://www.vocsite.nl/geschiedenis/commissarisgeneraal.html </ref>